Kinderoefentherapie

De meeste kinderen bewegen van nature veel en graag. Ze grijpen, kruipen, bouwen, hollen, schreeuwen, klimmen, voetballen en fietsen. Bewegen is van alle leeftijden, en behalve leuk en gezond vooral ook heel nuttig. Spelenderwijs oefenen kinderen hun spieren, zintuigen en motoriek. Ongemerkt leren ze zo de vaardigheden die ze de rest van hun leven nodig hebben.

De meeste kinderen bewegen van nature veel en graag

Maar er zijn ook kinderen bij wie niet alles ‘vanzelf’

gaat. Denk je als ouder bijvoorbeeld wel eens:

  • ‘Mijn baby is wel erg onrustig’
  • ‘Hij moet toch al wel gaan lopen?’
  • ‘Waarom zie ik andere baby’s nooit billenschuiven?’
  • ‘Mijn baby kijkt steeds naar 1 kant?’
  • Of, als wanneer je kind wat ouder is:
  • ‘Wat struikelt en valt ze toch vaak’
  • ‘Verbeeld ik het me nou, of heeft ze echt moeite met schrijven?’
  • ‘Het is toch niet normaal dat hij zich zo slecht kan concentreren en steeds maar hoofdpijn heeft?’
  • ‘Wat onhandig is ze toch, ze durft ook zo weinig!’

Net als jij maken veel ouders zich wel eens zorgen om hun kind. Soms op basis van eigen observaties, soms na signalen van anderen, bijvoorbeeld de leerkracht op school. Hoe weet je nu of je zorgen terecht zijn?

Motorische ontwikkeling 0-4 jaar

Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier, in zijn eigen tempo. Meestal gaat dat goed, maar soms loopt een kind een achterstand op in zijn motorische ontwikkeling of ontwikkelt een baby een voorkeurshouding.

In deze situatie kan een baby of peuter baat hebben
bij hulp van een kinderoefentherapeut :

  • Het achter blijven in de ontwikkeling van het rollen, zitten, kruipen, staan, lopen
  • Niet soepel bewegen
  • Weinig initiatief nemen of weinig onderzoekend zijn
  • Een a-symetrische houding ( voorkeurshouding)
  • Een scheef of afgeplat hoofdje
  • Een hoge spierspanning ( dit gaat vaak gepaard met overstrekken en huilen)
  • Een lage spierspanning ( een kind voelt dan te slap aan)
  • Angstig en onrustig zijn
  • Veel vallen
  • Zich niet goed opvangen bij vallen

Motorische ontwikkeling basisschool leeftijd (4 jaar en ouder)

Bewegen is en blijft belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Tijdens de basisschoolperiode leren ze veel nieuwe vaardigheden zoals: fietsen, zwemmen en schrijven.

Bij de meeste kinderen gaat het aanleren hiervan vanzelf. Soms vinden kinderen het moeilijk om bepaalde activiteiten goed uit te voeren, hoe hard ze hun best ook doen. In dat geval kan de kinderoefentherapeut hulp bieden!

De kinderoefentherapie is een specialisatie van de oefentherapie Cesar/ Mensendieck. Deze therapieën zijn erop gericht om een zo goed mogelijke houding en beweging bij mensen aan te leren. Er wordt vooral gewerkt met de dagelijkse bewegingen die een mens maakt en bij kinderen staat dan vooral het spel op de voorgrond. Klimmen, springen of bal gooien zijn belangrijke vaardigheden voor kinderen om aan te leren evenals knippen, knutselen en schrijven.

 

 

Hoe gaat de kinderoefentherapeut te werk

Wanneer er een vermoeden is van motorische problemen, wordt het motorisch functioneren van het kind onderzocht. Tijdens dit onderzoek krijgt de therapeut inzicht in de het motorisch functioneren van het kind. Spelenderwijs wordt er onderzoek gedaan naar alle onderdelen van de motoriek zoals:

  • evenwicht
  • grove en fijne motoriek
  • oog-handcoördinatie
  • ruimtelijke oriëntatie en lichaamsbesef
  • schrijfvaardigheden
  • houding en beweging.

De resultaten komen in een verslag en er wordt  een behandeldoel en plan opgesteld. Essentieel is de nauwe betrokkenheid van de ouders tijdens het gehele traject. Het resultaat is dat kinderen door middel van positieve bewegingservaringen die hij of zij opdoet, lekkerder in zijn vel zit, vrijer beweegt en meer zelfvertrouwen krijgt.

De kinderoefentherapie wordt vergoed door de ziektekostenverzekeraar.

Alle werkzame Kinderoefentherapeuten zijn bachelor geschoold